Voor echte thee gebruik je alleen de jonge blaadjes. Pluk daarom de bovenste 2 blaadjes en de knop van je theeplant. Voor een kop thee heb je ongeveer 15 gram nodig, dat staat gelijk aan een volle hand met toppen van de plant.

Leg de bladeren op een rooster en laat ze ongeveer 4 uur op kamertemperatuur drogen. De bladeren worden zo zacht en slap. Wanneer je een blad kunt dubbelvouwen zonder dat ‘ie knakt, kun je hem verder gaan verwerken.

Start met het maken van ballen van de bladeren. Dit doe je door ze te kneden en te rollen tussen je handpalmen. Haal de ballen weer uit elkaar, laat deze vallen en herhaal deze stappen gedurende 5 minuten.

Doe de gerolde bladeren in een plastic boterhamzakje en maak deze dicht. Je zult zien dat de bladeren dat na verloop van tijd gaan verkleuren. Nu is het wachten tot alle bladeren volledig rood-bruin kleuren (dit kan tussen 5 en 10 uur duren).

Op het moment dat alle bladeren volledig rood-bruin gekleurd zijn, is het tijd om de bladeren te gaan drogen. Dit kun je in de oven doen op 50 graden en duurt ongeveer 4 uur. Kijk dan of de bladeren donker en hard zijn. Als ze breken wanneer je erin knijpt dat is je thee gedroogd en klaar om gedronken te worden. Je kunt de bladeren ook een dag op kamertemperatuur laten drogen. Je hebt nu door het verwerken en het vochtverlies ongeveer 3 gram thee over om je kopje thee mee te zetten.

Zet een kop met vers theewater (met een temperatuur van 95-100 graden) en vul je theezeef met de zwarte theeblaadjes. Je kunt hier eventueel nog gedroogde kaneel bijvoegen en santhee; je hebt je eigen theemelange! Heerlijk verwarmend voor tijdens de wintermaanden.